Marius van Bouwdijk Bastiaansestraat 34
Jules Knuwer heeft een indringende blik. Alsof hij ermee een gaatje in katoen zou kunnen branden.
Maar nu staart hij ermee in zijn Dikke Van Dale en er begint nog niets te roken. Hij bladert, maar kan het niet vinden. 'Futon' staat er nog niet in. Wel in mijn eigen 'Dunne Van Dale', digitaal.
Veel WG-bewoners kunnen Jules uittekenen, zelfs al kennen ze hem niet. Ze zien hem voorbij fietsen of ze zien hem aan het werk, zoals vanachter hun bord met eten in het WG Café. Vaak werkt Jules tot 's avonds laat. En dat al decennialang op het WG-terrein.
Futons, vertelt Jules, begonnen vanaf 1976 in Nederland te verschijnen, in het kielzog van de opkomst van de macrobiotiek. 'Futon' is van oorsprong een Japans woord dat refereert aan katoenen beddengoed, meestal in de betekenis 'katoenen matras'.
In Japan bestaan futons al sinds mensenheugenis. Doorgaans worden ze daar uitgerold op tatami, de matten waarmee de vloeren van Japanse huizen doorgaans zijn bedekt. Na het slapen worden ze vaak opgerold, waarna de slaapkamer een woonkamer is.
Bij onze komst is Jules net begonnen er een te maken. Nu, in 2019, heeft hij er vijfendertig jaar ervaring mee. En dat zie je.
Hij werkt met wolken, lijkt het wel. De wattendekens waarmee een futon gemaakt wordt zien er onweerstaanbaar aantrekkelijk uit. Zachter kan het niet.
Hij plukt de dekens precies op maat, met de hand dus. Oorspronkelijk opgeleid als stoffeerder en meubelmaker, volgde hij begin jaren '80 een workshop in het futonmaken. Die lessen werden gegeven door mensen die het in Japan hadden geleerd.
Toen hij voor zichzelf begon zocht hij een naam. Iemand suggereerde 'Katja Katoen', omdat dat zo lekker bekte. Katja was de voornaam van Jules' huisbazin, dat was alles. Maar het klonk beter dan 'Jules' Wattendekens'.
Sinds die begintijd is de vraag naar futons voortdurend licht stijgend geweest, maar het aanbod wisselde sterk. Modieuze aanbieders verdwenen weer, maar Jules bleef. Hij is een van de weinigen die alles zelf met de hand doet. En sinds 2012 is al zijn katoen van biologische oorsprong. Belangrijk, want in de reguliere katoenteelt wordt heel wat afgespoten met stoffen die niet pluis zijn.
De katoen die Jules gebruikt komt uit India en wordt in België tot dekens verwerkt. De katoenen tijk komt uit Turkije.
We kijken toe. Jules splitst 'de wolken', de wattendekens, en stapelt ze haaks op elkaar. Gewone futonmakers doen dat vaak niet, maar door deze extra bewerking krijgen de futons meer volume en blijven ze luchtiger.
Wat lucht betreft zegt Jules dat futons als voordeel hebben dat ze luchtdoorlatend zijn. Bovendien nemen ze vocht op. Daar staat tegenover dat futons ook zelf graag worden gelucht, liefst iedere dag.
Jules maakt ze in diktes van vijf tot maximaal dertien centimeter en ze gaan zo'n tien jaar mee. Het feit dat hij inmiddels seriële 'herhaalklanten' heeft is daarbij een goed teken. Sinds hij werkt met uitsluitend biologische katoen zijn z'n futons iets duurder geworden, maar naar ons idee nog steeds verbluffend goedkoop: tussen de vier- en vijfhonderd euro voor een tweepersoons matras. En als je ziet wat een werk daar in gaat, plus het materiaal...
Jules is klaar met de opbouw van zijn nieuwe futon. Pas dan blijkt dat de 'jas' voor het matras al die tijd eronder heeft liggen wachten. Met fascinerend vakmanschap vouwt hij de wolken in de tijk. Alsof je aanwezig bent bij een geboorte. Scan-collega Margot noemt het 'origami', naar de Japanse papiervouwkunst. Als die operatie klaar is, naait Jules zijn kakelverse futon dicht, ook dat met de hand.
Zijn klanten komen inmiddels uit het hele land, zelfs uit België. Behalve futons maakt Jules ook kussens en dekbedden, desgewenst met overtrekken die de klanten zelf aanleveren. De hangmatten die hij verkoopt zijn gemaakt door derden.
We kijken hem aan. Hij is even tanig als lenig. Hij zit op zijn hurken in volmaakt evenwicht. Bijna dat je denkt:
Futonmaken = Yoga
Joost Overhoff