Op het WG-terrein sinds 2020
Na ruim een kwart eeuw ervaring als politieman zegt wijkagent Kokkeler: 'Ik ga nog steeds uit van het goede in de mens'.
Zo, die positieve start van ons gesprek noteren we alvast. Het is de tweede keer dat het WG-Scanduo de nieuwe wijkagent in het oog krijgt. De eerste keer bekeek hij ons om te zien of hij een heterdaadje te pakken had. Was de afstand tussen ons op dat bankje bij WG Kunst wel anderhalve meter? Maar zijn meetlint had hij niet bij zich en bovendien is hij niet zo van de boetes.
Kokkeler is de opvolger van Marieke van Lierop, die verhuisd is naar de wijk die grenst aan de onze, richting de 'onderkant' van het Vondelpark. Maar gelukkig hoeft haar Scan niet in de prullenbak, want de twee vervangen elkaar wanneer dat nodig is.
Bij de Scan van Marieke kwam het voordeel van vrouw zijn ter sprake. Vrouwen roepen over het algemeen minder agressie op. Maar Rob mag dan geen vrouw zijn, hij heeft een ander voordeel. Hij ziet eruit als als een voldongen feit. Door zijn monumentale aanwezigheid zullen niet velen op het idee komen dat ze hem omver kunnen krijgen, al zegt Rob dat er altijd ook mensen zijn die daar juist een uitdaging in zien. Maar belangrijker dan zijn postuur is dat hij een de-escalerende instelling heeft. Dat dooft heel wat narigheid voor het uit de hand kan lopen.
Het is echt waar, ook Rob is ooit heel klein geweest. Anno 1973 stond zijn wieg in Friesland, maar hij groeide op in de provincie Utrecht. Toch is hij ook een Tukker. Zijn ouders komen uit Twente en dat merk je. Niet aan zijn accent, maar aan een nuchtere onverstoorbaarheid van iemand die zich niet van de wijs laat brengen.
Wilde de kleine Rob ook toen al politieman worden? Nee. En ook in school zag hij weinig. Judo was veel leuker en om van te bestaan dacht hij aan een toekomst als kok in een snackbar. Wat het geworden is staat te lezen op zijn uniform.
Trouwens, degenen die altijd al politieman wilden worden komen vaak niet door de keuring, weet Rob. Bij zijn lichting werden maar 290 van de 3000 kandidaten tot de opleiding toegelaten.
Zelf doorliep hij de politieschool in Baexem. 'Wáár?!' Een dorpje in Limburg. Kortom, hij had al het nodige van het land gezien voordat hij als politieman aan de slag ging, meteen in Amsterdam. In 1993 werd hij gestationeerd in het toenmalige bureau aan de Tweede Constantijn Huygensstraat. Al is hij dan nieuw als onze wijkagent, hij kent onze buurt dus al lang.
Robs wijk is groter dan die van Marieke was. Het stuk tussen de Overtoom en het Vondelpark is erbij gekomen. Te groot, nu? De wijkagent denkt van niet, al gaat ook bij hem kostbare tijd verloren door de (te) grote afstand naar het bureau. Daar komt nog eens bij dat hij er de taak bij gaat krijgen van hulpofficier van Justitie. Dat alles gaat af van de wandeltijd door de wijk. Funest hoeft dat niet te zijn, zegt Rob, zolang hij zijn netwerken in de wijk maar goed kan blijven onderhouden.
In het algemeen zijn er steeds minder politiemensen in verhouding tot de bevolking, maar daar staat tegenover dat de buurt erop vooruit is gegaan. Heette Oud-West vroeger ook wel 'Wild West', tegenwoordig is het heel wat rustiger, met minder criminaliteit.
Kokkeler vindt zijn nieuwe wijk er een met meerdere gezichten. Arm en rijk. Met een bovengemiddeld aantal kunstenaars en mentaal vermoeiden. De agent vindt overigens wel dat er relatief weinig mensen in onze wijk wonen met een migratieachtergrond. Tegenover de jongeren daarvan is het soms een nadeel dat hij geen Mokummer is. Velen van die jongeren bevinden zich ergens in de kloof tussen Nederland en hun land van herkomst, maar weten één ding zeker: ze zijn Amsterdammers. Amsterdamse agenten voelen dan, in zekere zin, als één van hen. Niet dat Kokkeler die jongeren uit de weg gaat, integendeel. Zo heeft hij vaak met veel plezier voorlichting gegeven op het Huygens College.
Zijn motto is 'Zaaien in vredestijd', zodat er geoogst kan worden wanneer het moeilijk wordt. Wat het bewaren van de vrede betreft staat de wijkagent altijd open voor suggesties van de burgers die de vrede kunnen bevorderen. Datzelfde geldt voor ideeën die ten goede komen aan de leefbaarheid en veiligheid van de wijk.
En als het moeilijk wordt? Op verzoek slaat de wijkagent op mijn hand met zijn wapenstok. Oei! Dat doet in niets denken aan die goeie ouwe 'gummiknuppel' van weleer. Alsof de knuppel in stilte met de hasj is meegegroeid in pittigheid.
Zijn pistool heeft Rob nog nooit gebruikt. Zelf ziet hij wel wat in de taser, een stroomstootwapen. Minder rigoureus dan een vuurwapen, maar wel effectief. Maar, het moet gezegd, ook nu heeft hij al wat van een kerstboom, zo druk is het rond zijn gordel.
Net als zijn voorgangster laat hij weten dat 112 niet alleen gebeld mag worden bij levensgevaar, maar ook bij gevallen van 'gewone' heterdaad. Hoewel, die van onze anderhalve meter...
Zijn wijk: het gebied tussen de Eerste Constantijn Huygensstraat (even zijde), Vondelpark (Vondelpark zelf niet), Kattenlaan, Overtoom, Jan Pieter Heijestraat (oneven zijde) en Jacob van Lennepkade (oneven zijde).
Het gewone nummer van de politie: 0900 – 8844
*
Joost Overhoff