Arie Biemondstraat 111
Op het WG-terrein sinds 2016
Het waren jonge honden. Toen ze kwamen.
En nu? Nog steeds.
Zes jaar zijn er voorbijgegaan sinds ze in het diepe sprongen. Te weten: Tobias de Jong (rechts) en Daan de Wit. En ze hebben er nog steeds geen spijt van, die twee. Integendeel.
Tobias groeide op bij Botshol en behoort tot het roemruchte 'ras' der Vossianen. Dat zijn mensenkinderen die onderwijs hebben genoten op de hoofdstedelijke jonge hondenopleiding het Vossius Gymnasium. Daarna studeerde hij geschiedenis en sociologie in Amsterdam, Buenos Aires en Aberdeen. Voldoende om te beslissen waar hij wonen wilde, maar niet om te weten wat hij wou.
In het voorbijgaan had hij al eens zijn oog laten vallen op het voormalige Pathologisch Anatomisch Laboratorium. Toen zich dat in een vorige incarnatie in een terminaal stadium bevond, zag hij zijn kans. Hij overtuigde de toenmalige eigenaar dat hij de juiste ideeën had om die plek nieuw leven in te blazen. Hij zette in op 'vermaak én verdieping'.
Dat deed hij niet alleen. Licht uit, spot aan: daar was Daan.
Daan komt uit Haarlem. Na (heel) veel snowboarden behaalde hij zijn diploma Vrijetijdsmanagement. Wat betreft het management van zijn eigen tijd combineerde hij zijn studie met dat wat hij nu eenmaal graag doet: 'het mensen naar de zin maken', zoals hij zegt. Dat deed hij in de horeca, vooral in het Volkshotel aan de Wibautstraat. Een broedplaats, net als het LAB.
Dus ja, toen De Ene en De Andere elkaar eenmaal in het oog kregen was het 1+1 = 3. Ze vullen elkaar perfect aan, de organisator en de horecaman. Het is alleen al feestelijk die twee in hun monumentale fort bezig te zien.
Niet dat alles over rozen ging. In 2019 verwierven ze, samen met een tweetal financiers, de eigendom van het hele pand. Kippenvel. Van trots. En schrik. Nog maar amper de baas en daar was... corona.
Maar ze zijn er nog. En hoe. Het LAB draait goed. Film is altijd de kern geweest en nu nog steeds. Tijdens corona kwam er een (prima) derde filmzaal bij.
Qua programmering onderscheidt LAB111 zich van 'gewone' bioscopen. De nadruk ligt op klassiekers, doorgaans rond een thema, en op festivals. Daarbij is opvallend dat het LAB zich richt op publiek dat de Engelse taal machtig is. Maar dan ook echt. De ondertiteling is meestal in het Engels en bij Engelstalige films valt er onderaan vaak niets te lezen. Dat kost zeker wat Nederlands publiek, maar het saldo is door meer buitenlanders toch positief. Die ontwikkeling is overigens eerder ontstaan uit een samenloop van omstandigheden dan het gevolg van een bewuste keuze vanaf de start. Zo is bij klassiekers vaak geen Nederlandse ondertiteling beschikbaar.
Al doende leer je. Dat gold ook voor het restaurant. De aanvankelijk meer uitgebreide kaart, die destijds nog meetrilde met de bassen, is teruggebracht tot hoofdzakelijk pizza. Dat bleek beter te passen bij de praktijk van het filmbedrijf, waarbij het publiek golfsgewijs komt en gaat. Geen gewone pizza trouwens, maar zuurdesempizza, met een verhoogde voedingswaarde. En het beleg komt geheel uit eigen keuken. Ook is er wijn uit eigen, Italiaanse wijngaard.
De wijn én de plek waar je 'm kan drinken zijn genoemd naar een (steengoede) klassieker van Stanley Kubrick: Dr. Strangelove.
LAB111 is meer dan alleen de filmzalen en het restaurant. In een ander deel van het gebouw zijn bedrijven gevestigd. Nu nog vrijwel uitsluitend filmgerelateerd, binnenkort helemaal. Daarnaast zijn er zalen die onder bepaalde voorwaarden verhuurd kunnen worden. (Voor wie in het LAB wil trouwen: privé-evenementen kunnen niet).
LAB 111 is mooi. Maar ook groot, enorm. Uitdagingen te over. Alleen al de wens zo'n kolos te isoleren, waaraan ze inmiddels begonnen zijn. Trouwens, wat energie betreft, in het uitbouwtje op de hoek komt een info-punt van het innovatieve buurtwarmteproject Ketelhuis WG.
We kijken ze aan, die jongens. Bij de gedachte aan jonge honden kom je er gewoon niet onderuit: het is wél een hele kluif... Maar je ziet het aan ze, ze hebben er echt zin in.
Waf!
*
Zie ook:
*